SOS-competitie: Zevenaar 1-ASV 1 4-4

b1: Dirk Hoogland (2126) – Kevin Verfuehrt (2047)  1-0
  “
Ik kreeg wat ik verdiende .” 🙂
Na wat schermutselingen ontstond er op zet 18 een stelling waarbij ik met wit een Dame had op e4, gericht op een koningsaanval, ondersteund door Lb2 gericht op g7 en Te1 die de halfopen e lijn beheerste en ook direct beschikbaar was voor een mooie aanval. Dit besloot zwart ertoe op Lf6 te spelen, waardoor na Lxf6- gxf6 een verzwakte koningstelling ontstond.  Ik kon de druk opvoeren, wat leidde tot pionwinst en nadat de torens eraf waren ontstond er een simpel dame-eindspel met voor mij 2 pionnen meer. Zwart speelde nog lang door en gaf op toen de dames eraf zouden gaan en mijn pion zou promoveren. 

b2: Guust Homs (2139) – Rob van Helvoort (2118)  0-1De partij begon met een originele opzet van Guust Homs met wit tegen mijn Modern. Er werd omzichtig gemanoeuvreerd maar ik miste een dubbelaanval van wit met De2-c4 op mijn pionnen op c7 en e6. Om niet direct materiaal te verliezen moest ik de witte velden weggeven en stond ik positioneel totaal verloren. Wit had dit rustig uit kunnen spelen maar tot mijn verbijstering weigerde Guust mijn dameruil, waardoor met c7-c6 de partij totaal draaide. Lijnen kwamen open tegen de witte koning en er verscheen zelfs een stikmattruc in de stelling waarmee ik ook een pion won. De aanval liep daarna als een trein en 0-1.Een mooie avond waarbij ik mijzelf ook een gratis cappuccino cadeau deed met dank aan Dirk.

b3: Peter Boel (2168) – Thomas Verfuehrt (2086) ½ – ½
Ik kreeg met wit wat druk nadat de dames eraf gingen en sloeg natuurlijk het gebruikelijke remiseaanbod af. Verfuerth de Oude verdedigde echter goed. Er bleven aardig wat boeiende wendingen op de achtergrond. Toen hij een beetje passief bleef spelen lukte het mij hem letterlijk tegen de onderste rij aan te drukken, maar meer dan een pion leverde dat niet op. Zoals wel vaker was de samenwerking tussen mijn stukken even weg na die pionwinst en hij kwam actief terug in de partij. In lichte (maar constante) tijdnood vond ik de weg naar de winst niet en zo werd het remise.

b4: Arie Huysmans (2004) – Tom Bus (2159) ½ – ½
Ik speelde vandaag een aanbeveling van Giri tegen de Alapin-variant. Aangezien ik nog niet alle ins and outs van deze variant onder de knie had, was de openingsfase een heikele onderneming. Lange tijd dachten de omstanders dat ik minder stond Ok, ik had minder ruimte, maar wit had een permanente verzwakking. Na de partij gaf mijn trouwe vriend Stockfish mij gelijk: De strategische aanpak van …e6 gevolgd door …Pe7 geeft zwart een licht voordeel. Op het moment suprême speelde ik het pionoffer …b7-b5 met gelijkspel. (Beter was het degelijke …b7-b6 met beter spel voor zwart.) Na wat schermutselingen ontstaat de volgende stelling
Stelling na 22.Lc4

Wat is zwarts beste mogelijkheid?

Met hetzelfde kwaliteitsoffer probeerde ik later het onderste uit de kan te halen. Dat lukte helaas niet. Gezien de stand op mijn eigen bord en de overige borden nam ik het remiseaanbod aan.

b5: Wouter Abrahamse (1967) – Oliver Boxberg (1901) ½ – ½
Fijn om weer mee te mogen doen!
Ik reageerde eigenzinnig op de Caro-Kann. Mijn variant zal de theorieboeken niet halen. Ik offerde twee pionnen voor een aanval die niet kwam. Mijn tegenstander haalde met een tegenoffer het niet aanwezige gif uit de stelling, waarna een eindspel ontstond van drie pionnen tegen een  stuk. Uit dezelfde angst bood hij remise aan. Raar potje.

b6: Marijn Freriks (1738) – Toon Jansen(1897) 1-0Het was een spannende partij met wederzijdse kansen die draaide om de heerschappij van het veld d4. Toen ik dat eindelijk voor elkaar had liet ik onnodig een verbonden vrijpion toe. Op de 32e zet kon ik remise afdwingen door herhaling van zetten.

De stelling waar Toon remise overwoog

Op dat moment stonden we een vol punt achter en besloot ik door te spelen in een zeer risicovolle stelling waarin ik zelf ook een vrijpion had en een pionnenmeerderheid op de damevleugel. In het tactisch steekspel dat in tijdnood  volgde maakte ik de meeste fouten en verloor.

b7: Michel Hubert (1902) – Thorsten Brandt (1904) ½ – ½
Ik speelde een Catalaanse partij. Mijn tegenstander had de hele partij druk maar kon het niet echt waarmaken. In het eindspel won hij een pion, maar het was niet genoeg voor de winst.

b8: Frank Unkrig (1469) – Bram Zaalmink (1738)  1-0
Duidelijk niet mijn avond. Ik zat niet scherp achter het bord en dat resulteerde in kleine foutjes. Laat ik hier maar niet meer woorden aan vuil maken!! 


Saillant detail: De topborden winnen en de twee borden met het grootste ratingvoordeel verliezen.  Voer voor psychologen!

Eindredactie: Tom Bus

Scroll naar boven