Na een sterke seizoenstart in Zuid Limburg (praktisch buitenland, ik kon het personeel van het restaurant na afloop amper verstaan), was ASV 1 in haar eerste thuiswedstrijd met paspoorten naar de wedstrijd tegen Stukkenjagers 2 gekomen.
Sjoerd begon zijn avontuur met een Siciliaan waarin hij al snel een gambiet kreeg voorgeschoteld. Gambietjes tegen jonge scherpe geesten zijn niet verstandig dacht hij en ging voor wat offroad spel door de binnenlanden van Sicilië. Dat leidde al snel tot gelijkspel, maar zonder het karakteristieke tegenspel van het eiland. De vrede werd rond zet 40 getekend.
Dat tegenspel van de Sicilianen wist Eelco op het eerste bord wel te creëren op een hele rare manier. Volgens Euwe moet je pas rocheren als je geen beter zet hebt. Nou Eelco interpreteert dat als volgt, je loopt stap voor stap met je koning naar g8 en zet je toren op h7 zodat hij klaar staat voor als de h-lijn geopend wordt….. Waarom de toren trouwens dat illustere plan niet van h8 kan uitvoeren gaat de schaakkennis van deze schrijver te boven, evenals de beweegreden van zijn tegenstander om actief toe te laten dat die lijn ook daadwerkelijk open ging. Hierna bracht Eelco het eerste punt gedecideerd binnen.
Dirk’s aanpak van zijn Siciliaan was zoals de Italianen zeggen “ piano, piano” ….heel rustig aan. Net iets te rustig om zijn tegenspel op tijd op de damevleugel aan de gang te krijgen. Wit sloeg toe in de aanval op de koningsvleugel en na een zwarte misrekening was het snel klaar.
Wouter was aan een rare spanjaard begonnen waar zijn tegenstander wel heel veel vakantietijd aan besteden. Met een pion voor, maar met matig gepositioneerde stukken kwam hij in een stelling waar zijn tegenstander zetherhaling uit de weg ging terwijl hij nog 7 minuten had voor 23 zetten!! Wouter speelde het beter in deze fase, buitte de zwaktes van zijn tegenstander uit, won een stuk en daarmee de partij.
Vreemde avonturen kunnen ook rustig verlopen. Zo was invaller Michiel met een zeer vroege afslag in de Franse binnenlanden verzeild, waar het rustige landschap met wat licht geruil hem ineens op de open F-snelweg bracht. Daar aangekomen kon hij zijn zware potentieel in kolonne opstellen en zijn tegenstander in verdrukking brengen. Weinig kon die nog doen dan al snel zijn stokbrood aan de wilgen hangen.
Alexander Aljechin was ook een Fransman op zijn latere leeftijd en in zijn opening kwam Vadim misschien iets beter te staan. Helaas sloeg in tijdnood de vakantiestress toe en wilde het “ combinatoire” net niet voor de ASV-er in een complexe stelling. Einde oefening voor hem.
Invaller Jan was met wit een Alpenvakantie vakantie begonnen want het pionnenmassief wat hij en zijn tegenstander oprichtte was indrukwekkend. De zeldzame lijnen die open kwamen waren echter voor zwart, waardoor Jan naar geitenpaatjes moest gaan zoeken. De zwakheden in zijn stelling waren echter te groot om het toreneindspel dat overbleef te keepen. Dat maakte dat met 3,5-3,5 Bram eindspel van loper tegen paard en ieder een paar toeristen moest gaan bewijzen tegen een tegenstander die mogelijk nog op het paspoort van zijn ouders stond bij geschreven. En als die al de hele wedstrijd uitstekend speelt dan weet je dat het lastig wordt. Bram kwam niet door deze Berlijnse muur heen (niet de opening, wel de tegenstander) en zo eindigde de match in 4-4.
Verslag: Sjoerd van Roosmalen